Artikel schaduworkest

Muziek en design: een koninklijk en een schaduworkest

Vertaal de wereld van een topmusicus, zijn instrument, zijn rol in het orkest of zijn verhaal in een ontwerp. Met die opdracht zagen de 47 studenten van Man and Leisure zich in het voorbije semester februari-juni geconfronteerd. Een bijzondere opdracht binnen een bijzonder project dat studenten lang zal bijblijven. Ze kregen namelijk een kijkje in de keuken waar de haute cuisine van de klassieke muziek wordt bedreven: die van het Koninklijk Concertgebouw Orkest. Aanleiding voor deze intieme kennismaking tussen studenten en hun gelauwerde muzikale bloedverwanten was de gemeenschappelijke status van international excellence. Voormalig OC&W-minister Plasterk had deze in 2008 aan onze academie, genoemd orkest en het Mauritshuis toegekend. Man and Leisure wilde hier iets gezamenlijks mee doen en raakte in gesprek met een enthousiast orkest dat daarbij wel wilde meehelpen.

Spontane mix
Docente en projectcoördinator Wineke van Muiswinkel: “Het idee was om studenten aan musici te koppelen en hen zo in contact brengen met een ander deel van de wereld van cultuur, een topsegment waar ze normaal geen toegang toe hebben. We zeiden: ‘Ga ontdekken wie de musici zijn, hoe ze de muziek aanpakken en wat het inhoudt om samen te spelen in een orkest’. Ontwerpers moeten doorgaans veel samenwerken, met collega’s, opdrachtgevers, gebruikers, dus daar kunnen de studenten van leren.” Het ‘ontdekken’ ging stormenderwijs, schetst Wineke een beeld van studenten die in een repetitiepauze op de orkestleden ‘afstormden’ om hun musicus uit te kiezen. Daarvóór hadden ze al wat digitaal rondgeneusd tussen de namen. “We hoopten dat er spontaan een grote diversiteit aan koppeltjes zou ontstaan en dat gebeurde ook. Zo koos de ene student een musicus met wie het naar haar idee wel gezellig zou worden, omdat hij in de rookruimte zat. Een ander had gelezen dat iemand bijkluste als binnenvaartschipper. Zij was vooral geïntrigeerd door de combinatie van het delicate van topmuziek en ‘zoiets lomps’ als de binnenvaart. Het was heel leuk hoe die mix tot stand kwam. Het bevestigde ook wat wij studenten altijd voorhouden: wat je zelf meebrengt, als idee, invalshoek, talent, is net zo belangrijk als wat je tegenkomt. Die gedachte is goed voor hun zelfvertrouwen.”

Uiteenlopende opdrachten
Na de koppeling maakten studenten een keuze uit uiteenlopende opdrachten van gespecialiseerde docenten. Sommige studenten gingen aan de slag met het ontwerpen van een deurbel op basis van de fascinatie van de musicus en de eigenschappen van het instrument. Anderen kozen voor een samenwerkingsopdracht waarvoor ze moesten ontdekken hoe composities tot stand komen. Weer anderen gingen naar een klooster om twee dagen van volstrekte stilte te ervaren. Daardoor kregen ze zicht op ‘soorten stiltes’: muzikale, emotionele. Een ander groepje liet zich in een donker restaurant door blinden bedienen. Bij die opdracht speelde de bewustwording van zintuigen een belangrijke rol. “Het was heel open, de studenten kregen alle kans om hun creativiteit in te zetten en ook hun persoonlijkheid. Want vraag tien mensen om iets te doen en iedereen heeft daar een eigen idee over en pakt dat op zijn eigen manier aan. Ze werden zo aan het denken gezet over waarom ze iets doen en waarom een ander het anders doet. Daarnaast is het natuurlijk ook ‘waanzinnig’ dat ze zomaar repetities van een toporkest konden bezoeken en leden van nabij konden leren kennen. Sommigen hebben veel kunnen uitwisselen, ze kregen ook te horen hoe musici over design dachten. En misschien mondt het project voor een studente die een speciale kruk ontwierp voor de paukenist, uit in een productie-opdracht van een fabriek.”

Resultaten
Als afronding van het project speelden de studenten, als schaduworkest, een concert met alles wat ze hadden ontworpen. Dat was een rijk geschakeerd geheel, waarin de choreografie rond de montage van een Billy-boekenkast zeker niet dissoneerde. Kortom, aan fantasie geen gebrek. De ontwerpen werden tevens tentoongesteld in de Schellensfabriek en deels ook in het Muziekgebouw Frits Philips Eindhoven tijdens de Dutch Design Week. “Samen met ex-studente Brigitt Albers hebben we tevens een documentaire van het project gemaakt. We kijken hoe we die film verder kunnen benutten, want er zit waardevolle informatie in over de aanpak van een semesterproject.” Wineke kijkt daarmee alweer vooruit. Misschien ook naar die andere excellente ‘bondgenoot’, het Mauritshuis? “Wellicht kunnen we het Mauritshuis ook als projectpartner interesseren, al bestaan er nog geen concrete plannen. Maar het zou interessant zijn om eveneens een brug te slaan naar deze tak van cultuur. Zo krijgen studenten nog meer oog voor ons cultuurgoed en dat vinden we belangrijk. Ze hebben nu ervaren hoe kwetsbaar dat is, zeker in deze tijden van bezuinigingen. Bijkomend voordeel van het ‘muziekproject’ is in elk geval dat het Koninklijk Concertgebouw Orkest er 47 ambassadeurs bij heeft gekregen.”