Anti-separeerboekje 1

Anti-separeerboekje Open Deuren
(Deels geschreven. Samengesteld met cliëntenorganisatie GGzE)

KAFTTEKST

‘Open deuren …..’ is een boekje over deuren die nu nog op slot zitten. De deuren namelijk van de separeers in de Nederlandse psychiatrie die wij, de cliëntenorganisatie van GGzE, in de loop van 108 pagina’s open proberen te krijgen. Deuren die al decennia – in wezen honderden jaren – op slot zitten. Onze missie is dus geen gemakkelijke. We beseffen dat de sloten er niet zomaar af vliegen. Maar we willen met deze uitgave wel een schroevendraaier aanreiken. Want als veel lezers met dit hulpmiddel aan de schroeven beginnen te morrelen, komen we een heel eind.
Dát is ook het doel van ‘Open deuren……’. Dat werkers, leerlingen, leidinggevenden, beleidsmakers en andere verantwoordelijken in de GGZ, maar ook cliënten en familieleden, beseffen dat ze iets aan het separeren móeten en kúnnen doen! Hen nodigen we uit om iets te veranderen in hun eigen omgeving, zodat mensen die intensieve zorg nodig hebben, niet langer opgesloten en alleen gelaten worden. Kijk in de spiegel en om je heen en kom in beweging. Als we allemaal willen, kunnen we veel bereiken.
In ‘Open deuren…..’ bonken we met veel korte hoofdstukken op de separeerdeur. Hoofdstukken vol tips, argumenten, ideeën, adviezen en alternatieven. We werpen een blik in het verleden, we reiken je een vrijheidsarrangement aan als tegenhanger van het separeerprotocol, we prikkelen je met allerlei uitspraken. En we bieden je zelfs een volledig verzorgde separeervakantie aan.
Kortom, een lichtvoetige uitgave met een des te ernstigere boodschap. Help je mee? Je hebt de kruiskopschroevendraaier in handen!

VOORWOORD

Als jij er niets aan doet, wie moet het dan doen?
‘Open deuren’ is een boekje van de cliëntenorganisatie van GGzE over gesloten deuren die ze open wil zien te krijgen. Het geeft redenen en argumenten waarom we in de Nederlandse psychiatrie zonder separeer kunnen, net als in veel andere landen. Nooit bij stilgestaan, bij die gedachte? Nooit beseft: hoe is het nu om in een separeer te zitten? Of geen alternatieven kunnen bedenken? Fiets in alle gevallen door dit boekje heen. Ga ermee in een prikkelarme omgeving zitten en kijk in de spiegel. Als jij er niets aan doet, wie moet het dan doen? Jij bent toch in de hulpverlening gaan werken? Jij wilt toch iets voor anderen betekenen, kwaliteit leveren? Ga op onze handreiking in en verander iets. Stel vragen. Aan jezelf, aan je collega’s, aan je leidinggevende, aan verantwoordelijken in organisaties, politiek en samenleving. Doe iets. Voor je eigen voldoening, voor cliënten. Kwaliteit van zorg is zorg zonder separeer.

BIJDRAGE

Kan iemand het mij zeggen?

Ik ben een buitenstaander. Ik ben een mens zoals een hulpverlener ook een mens is. Maar een hulpverlener heeft iets méér dan ik. Hij is bekwaam in het omgaan met mensen die psychisch in de knoop zitten. Daar wil hij een groot deel van zijn leven mee bezig zijn, want hij heeft er z’n vak van gemaakt. Nu hoor ik dat hulpverleners mensen in een separeer stoppen, wegsluiten. Dat snap ik niet, als buitenstaander. Zoiets heb ik van mijn garage nog nooit gehoord. Dat de garagisten m’n auto een week aan de kant zetten als ze het niet meer weten. Met draaiende motor, hortend en stotend. Dat kan ik als mens ook verzinnen, daarvoor hoef ik niet naar een garage. Sterker, dat heb ik zelfs een keer gedaan. Een schop ertegen en de deur dichtgesmeten. Maar dat hielp geen flikker. Mijn garagisten doen dat anders, zij zijn bekwaam. Ze duiken in het binnenste van m’n autootje, sleutelen en geven me raad over hoe ik met ‘pruttelingen’ om moet gaan. En dat werkt. Zo doen ze dat in m’n computerwinkel ook. Als m’n PC hapert, ben ik meestal boos. Want het komt nooit gelegen. Een ram ertegen en het spul uitzetten. Maar dat is weglopen van het probleem, het schiet geen steek op. Dus ga ik voortaan naar een computerwinkel. Dáár hebben ze dat extra’s wat ik als mens niet bezit. Ze springen met grote genegenheid op mijn elektronisch kastje. Echte liefhebbers, die techneuten. Opzij zetten? Nooit! Integendeel, ze kunnen er bijna niet van afblijven! En m’n computer komt er altijd in betere staat van terug. Terwijl ik een A4-tje met praktische tips krijg. Ik ben tevreden.
Maar we dwalen af. We hadden het over de hulpverlening. Ik hoor dat ze daar mensen in de separeer stoppen op het moment dat ze pruttelen en haperen. Hen alleen laten, uit beeld schuiven. Dat kan ik als mens ook verzinnen. Maar ik weet al dat dat niet helpt. M’n auto en computer werden niet beter van ‘uitzetten en weglopen’. Wel van de intensieve aandacht van bekwame mensen. Want die hebben dat extra’s wat ik niet heb. Dat zou ik van hulpverleners ook denken. Ik zou mijn dierbare die richting wijzen: naar de bekwame mensen die je via intensieve aandacht helpen je beter te voelen. Maar nu ben ik geschrokken. ‘Uitzetten en weglopen’ komt veelvuldig voor in de hulpverlening, hoor ik. Moet ik mijn dierbare daar aan blootstellen? Kan iemand mij geruststellen en zeggen dat het niet zo is, dat hulpverlening echt een vak is van intensieve aandacht en genegenheid? Want ik ben in de war, ik weet het niet, ik ben maar een buitenstaander.

Een buitenstaander