(Jan 5)
En Jan had nóg een kwaliteit: hij was een meester in het vinden van klavertjes-vier. Die gaf hij altijd aan dames. Probeer het maar eens, een klavertje-vier vinden als je een knappe dame aan ziet komen. Dan mag ze d’r toch niet al te stevig de pas in hebben, want dan wordt je missie volstrekt onhaalbaar. Maar niet voor Jan. Die ging dan op z’n knieën zitten, duwde z’n neus naar beneden en spiedde rond. En alsof ze ter plekke naar boven kwamen, hij vond er vrijwel altijd eentje! Met een vierregelig tekstje werd het groene kleinood dan aangeboden. Veel dames hebben aldus een bezongen gelukwens van Jan gekregen.
Achtendertig jaar lang was hij er. Van 1960 tot begin 1999. Op z’n 74e ineens niet meer. Ja, hij komt terug, dat weten we. Negenhonderd, duizend keer. We zullen zien. Voorlopig tieren de klavertjes-vier welig. Maar we zullen in de gaten houden of we daartussen niet een stukje onkruid zien opkomen. En dan goed luisteren of we het horen zingen….