(Jan 3)
Het contact met z’n ware familie was in de loop der jaren verminderd. Hij had er niet zo’n behoefte meer aan. En je moet natuurlijk geduld hebben als je op bezoek gaat. Dat had Jan niet. Een medewerker verhaalt nu nog van die keer dat hij meeging op familiebezoek. Járen en járen geleden. Helemaal naar Drente, drie uur in de auto. Eenmaal gearriveerd gaf Jan z’n familieleden een hand, dronk een kop koffie, rookte een sigaretje en zei tegen z’n begeleider: “Kom, we gaan terug.” Ook als het contact telefonisch was, ging het zo toe. Dan belde een medewerker een nichtje van Jan, gaf de hoorn aan hem en mocht het gesprek na een halve minuut zelf afmaken.