Huisvesting hopeloos
Het aantal kinderen groeit in het begin van 1946 tot liefst 104! Kinderen uit kampen, van ongehuwde moeders, van vaders en moeders die uit de ouderlijke macht zijn gezet, van zieke alleenstaande moeders, van gezinnen die hen niet langer kunnen onderhouden. Noem maar op. Het krioelt van de kleintjes in de beperkte ruimte van de lokalen die te zamen als provisorisch kinderhuis dienst doen. Maar de zusters geven alles. Een rapport van de Inspectie van de Volksgezondheid, die er komt kijken, geeft de situatie aardig weer: Verzorging prima, huisvesting hopeloos.