Jasper helpt vijf cliënten in hun creatieve ontwikkeling als kunstenaar
Als je kunst niet laat zien, bestaat het niet. Zo simpel is het eigenlijk, vindt conceptueel kunstenaar Jasper van Es. Hij heeft de voorbije maanden vijf cliënten van Neos geholpen een stap in hun creatieve ontwikkeling als kunstenaar te zetten. Onderdeel daarin was een drie weken durende expositie (13 augustus t/m 2 september) van hun werken in De Etalage van Trudo, met als titel ‘Buitengewoon’. De woningbouwcorporatie, partner van Neos, had Jasper gevraagd om haar kernactiviteiten uit te beelden. Voor het project ‘Bijzondere klanten’ kwam hij bij onze organisatie terecht. Anneke, lid van de Centrale Cliëntenraad, fungeerde vervolgens als enthousiast ‘vliegwiel’ en zo ontstond er een podium voor Irem, Shabana, Evert, Donney en Anneke zelf. We vroegen Jasper om zijn ervaringen met dit project aan ons ten toon te stellen. Waarbij we hem nadrukkelijk niet als ‘meester’ mogen aanspreken die vijf leerlingen een duw in de rug heeft gegeven.
“Nee,” schudt hij het hoofd. “Ik geloof niet in het leerling-meesterconcept in kunst. Alsof een kunstenaar die één werk heeft gemaakt, slechter zou zijn dan iemand met meer ervaring. Iedereen kan altijd van anderen leren, in welk stadium dan ook.” De specifieke krachtwerkmethode in de zorg zal Jasper waarschijnlijk niet kennen, maar zijn projectaanpak zou er perfect in passen. ‘Laat eens zien wat je doet, wat zou je willen, waar droom je van, waar wil je naartoe in je ontwikkeling?’ Zo stak hij zijn hand uit naar alle vijf afzonderlijk. Jasper: “Ik wilde hen vooral zelf laten communiceren en aangeven waar ze behoefte aan hadden. Evert wilde het liefst ‘aan het werk zijn’. Hij verkoopt al veel van zijn schilderwerken – van o.a. popidolen – en zocht wegen hoe hij commercieel meer kan bereiken. Met hem ben ik onder meer bezig geweest met het opzetten van zijn eigen website. Irem wist in het begin nog niet goed wat ze wilde, maar heeft een voorliefde voor streetart. Haar heb ik in contact gebracht met Jos Hoppenbrouwers, een van Nederlands beste graffitispuiters. En we hebben een exclusieve rondleiding gehad op de zeer gevarieerde streetarttentoonstelling Hidden Beauty. Daar heeft Irem inspiratie opgedaan en de richting gevonden die ze nu op wil gaan.”
Ontmoetingen
Ook het idee van Shabana – een film maken over misbruik van vrouwen in gezinssituaties – krijgt vorm via ontmoetingen en contacten met anderen. Jasper: “Het is een ambitieus, langerdurend project. Om op de expositie al iets te kunnen laten zien, heeft ze het thema in een stilleven uitgebeeld via ‘het binnen en buiten’: een combinatie van het geweld in huis en de natuur buiten.” ‘Kijken’ en ‘discussiëren’ zijn de projectingrediënten voor Donney geweest, die, geïnspireerd door landschapsschilder Bob Ross, natuur- en ruimtelandschappen schildert. Jasper nam hem mee naar Hidden Beauty en het Van Abbe-museum. “Donney is vooral geïnteresseerd in hoe een werk gemaakt wordt. We hebben uitgebreide discussies gehad over wat hij wel en niet mooi vind en waarom. Heel interessant.” Het instrumentarium van Anneke bestaat uit woorden. Via aangrijpende gedichten over haar ervaringen met psychosen en depressies wil ze anderen laten ervaren hoe zoiets voelt. Jasper hielp haar een podium te zoeken voor haar woorden en via contacten met o.a. multimediakunstenaar Nick Lebeat heeft dat inmiddels geresulteerd in een optreden op een dichtavond. Jasper: “Iedereen was superenthousiast. Ze moet echt doorgaan met wat ze doet, ze heeft veel talent. Dat geldt trouwens voor alle vijf. In ieder van hen schuilt een kunstenaar.”
(…..) Over hokjes heen kijken
Jasper pleit er voor dat kunstenaars zich niet te veel in een hokje laten duwen. “We zijn geneigd iemand als schilder te bestempelen of als dichter of beeldhouwer,” zegt hij. “Maar ik vind het juist interessant als iemand de ene kunstvorm in een andere omzet of ze combineert. “Neem Anneke. Ze schrijft gedichten, maar ze zou bijvoorbeeld een kernwoord uit haar gedichten in neon kunnen uitvoeren en ophangen of een videofilm maken van haar gedichten. Daarmee zet ze de stap naar andere kunstvormen.” Hij wijst in dit verband ook op Shabana die, zoals gezegd, haar voorstelling van een nog te maken filmisch portret voor de expositie in keramiek uitvoerde. In de tentoonstellingsruimte heeft Jasper zelf naar interessante combinaties gezocht door schilderijen van Evert en gedichten van Anneke bij elkaar te hangen. “Daardoor krijgen werken een nieuwe lading. Iedereen kan daar dan weer zijn verhaal bij bedenken.” Het tekent Jasper’s drive naar ontwikkeling en beweging en de toeschouwer als actieve participant. “Ik geloof niet dat kunst één betekenis heeft. Als kunstenaar moet je ook niet te veel voorkauwen. Je kunt wel uitleg geven over je werk, maar hang dat er niet als printje naast. Mensen moeten de kans krijgen om een gevoel te ervaren bij een kunstwerk, er een verhaal in te zien en ervan te vinden wat ze ervan vinden. Het is mooi als het open blijft, want dat geeft ruimte voor discussie en dus voor nieuwe inzichten, ideeën en ontwikkeling.”
Zelf geleerd van eerlijkheid
Je hebt vijf kunstenaars in de dop wat meegegeven. Wat heb je zelf van dit project geleerd? “Ik denk dat ik dat het beste kan samenvatten met ‘eerlijkheid’. Deze mensen hebben allemaal veel meegemaakt en ze zijn heel direct, heel eerlijk in hun werk en in hun beoordeling van werken. Ik ben daardoor nog eens gaan beseffen dat je iets niet te snel als kunst moet accepteren. Dat je jezelf eerlijk moet afvragen: vind ik het werk mooi? Wat vind ik er mooi aan en wat vind ik lelijk? En waarom? Zou ik het ook zo doen of niet? En hoe zou ik het dan anders doen?” Het zet, kortom, aan tot nadenken, beweging. En daar is Jasper als conceptueel kunstenaar ook altijd zelf naar op zoek. “Ja, voor mij is dit project dan ook een heel leuke ervaring geweest.”
(….) Een verhaal vertellen
Jasper is zelf conceptueel kunstenaar, al is hij de laatste tijd vooral met organiseren bezig. “De lading van een werk buiten het beeldende om, maakt voor mij dat iets een kunstwerk is. Zelf probeer ik ideeën die ik opdoe door dingen die ik lees en zie, om te zetten in een kunstwerk dat er eenvoudig uitziet, maar dat een verhaal vertelt. Ik houd van gekke dingetjes, grappige tegenstellingen. De ramadan bijvoorbeeld. Overdag vasten moslims om mee te voelen met de armen, maar na zonsondergang schuiven velen aan een vaak rijkelijk gevulde tafel om samen uitgebreid te eten. Dat rijmt niet met elkaar. En om dicht bij de Neos-doelgroep te blijven: je hebt dakloze kunstenaars die kunst maken op straat en je hebt straatkunstenaars die thuis, onder hun eigen dak, zitten te werken. Daar zit voor mij een leuke tegenstelling in die ik op een of andere manier zou willen uitbeelden. Om mensen aan het denken en het discussiëren te zetten.”